Het oude gaat ten onder.
Het nieuwe is aan aan het ontwaken.
Het nieuwe is er al lang.
Wij dragen het mee in ons hart.
Wij hadden allemaal een verlangen
naar een tijd, waarin wij met elkaar
in vrede en liefde zouden leven.
Wanneer wij deze beelden aan ons
voorbij zagen gaan, werden wij blij.
Ook een beetje verdrietig,
omdat wij dachten dat het een
utopie zou zijn.
Niets is minder waar.
Doordat wij in een crisissituatie leven,
ontstaan er (onder druk) nieuwe vormen
van leven.
Onze aandacht gaat uit naar die utopie.
Het blijkt geen utopie te zijn,
het is een waarachtig beeld van onze
gezamenlijke toekomst.
Het bijzondere is dat de processen
elkaar versterken.
Het duister dat de energie onbetaalbaar
maakte, “dwingt” ons om anders met
die energie om te gaan.
Die energie heeft versneld aandacht gekregen.
Wij komen uit een verspillende maatschappij.
Vanwege de grote winsten voor de rijken,
werden de stoffen vanuit de aarde verspild.
Nu zien wij dat wij weer de waarde van
grondstoffen gaan zien.
Wij gaan terug naar de waardering van
handarbeid.
Wij leren weer vakmanschap waarderen.
Het is nog niet te laat.
Het vakmanschap is nog aanwezig.
Terwijl de wendingen zich ten goede keren,
wordt aan het licht gebracht wie tegen
deze wendingen zijn.
Het duister, want die vulden hun zakken.
Zo zien wij dat de processen elkaar
stimuleren.
De ouderen die nog vakmanschap bezitten,
zijn niet te oud om het de jongeren te
leren.
Hoop doet leven.
Het enthousiasme geeft hen gezondheid.
Alles is aan het veranderen.
Het beheer van de natuur komt in een
ander daglicht.
Wij zien wat het duister drijft.
Wij zien dat het licht daardoor versterkt
en de mensen strijdvaardiger worden.
Die natuur willen wij behouden,
maar op de manier van de nieuwe mens.
Die nieuwe mens die weet dat die natuur
van levensbelang is.
Zo zien wij processen die door het duister
gestuurd worden, juist de stimulans
worden van het nieuwe.
Wij zijn het keerpunt voorbij.
Wij vermoeden niet meer wat de tegenwerking
is, het is duidelijk.
De mensen
hebben er genoeg van.
Zij laten zich horen.
Zij spreken er met elkaar over.
Er ontstaat verbinding.
In die periode van afscheiding zijn
vele zaden geplant.
Dat begint zicht te laten zien.
De natuur laat zich niet dwingen.
Ieder zaadje kent zijn eigen kracht.
Een zaadje weet altijd de weg naar het
licht te vinden.
Wij zijn van
die zaadjes
Het licht trekt aan ons.
Wij zijn verbonden.
Het is niet aan het keren.
Het IS gekeerd.
Namasté
Ik zie het licht
Martha Krul