Wie kent het niet?
In het verleden werd er naar je
gekeken.
“Gaat het wel goed met je?”
Je zat voor je uit te staren en de ander
dacht dat je niets aan het doen was.
Inmiddels
weten wij beter.
Wij weten dat wij via onze stilte in onze
eigen heilige ruimtes komen.
Dan verbinden wij ons met onze
innerlijke schatten.
Soms waren die al zichtbaar.
Soms nog helemaal bedekt.
Je voelde wel dat er iets zat,
maar je kon er nog geen contact mee maken.
Door te staren in de ruimte komen er
tekens langs.
Dat kunnen herinneringen zijn.
Dat kunnen beelden zijn uit het niets.
Er kan een lied in jezelf te horen zijn.
Tekens bestaan uit vele facetten.
Net als wijzelf.
Door te staren kom je meer van jezelf
te weten.
Het kan zijn dat je al een tijdje met een
bepaald idee in je hoofd rond loopt.
Een idee dat je eerst niet voor werkelijk
aan kon nemen.
Langzaam voel je dat jij een nieuwe mens
bent geworden.
Die nieuwe wereld, jouw nieuwe wereld,
is daaraan verbonden.
Je bent al zoveel veranderd.
Je leeft heel anders dan een aantal jaren
geleden.
Je zou niet meer terug willen.
Dat geeft moed om voorwaarts te gaan.
De zwaarte begint van ons af te vallen.
Het licht laat ons verbindingen zien en voelen.
Iedere dag worden er nieuwe stapjes gezet.
Wij zijn op pad gegaan, zonder dat wij ons
daar helemaal bewust van waren.
Omkijkend “zien” wij dat er heel veel is
veranderd.
Navelstaren laat ons zien dat wij het niet
zelf hoeven doen.
Dat wij geleid worden en dat er een
onzichtbare hand is die ons vastpakt,
wanneer wij dreigen te vallen.
Het is een intensieve tijd.
Het is een bijzondere tijd.
Navelstaren brengt die beelden tezamen.
Wij zijn nieuwe levensboeken aan het
schrijven.
Ieder zijn/ haar eigen boek.
Ze lijken op elkaar en zijn zo verschillend.
Het navelstaren maakt beelden zichtbaar.
Er is veel veranderd.
De mens is niet meer die hij/ zijn was.
Die tijd komt nooit meer terug.
Herinneringen vervagen, terwijl nieuwe verlichte
beelden de open gevallen plekken innemen.
Langzaam wordt onze rugzak geleegd en
vervangen door verlichte beelden.
De rugzak was zwaar.
De rugzak raakt verlicht.
Navelstaren is zo gek nog niet.
Namasté
Ik zie het licht
Martha Krul