Stel je voor je zit op de bodem
van je aquarium.
Je bent een visje.
Grote handen hebben de planten en
stenen eruit gehaald.
Alles wordt gezuiverd.
Alles dwarrelt om je heen.
Je kan geen vin voor ogen zien.
Je hart klopt in je keel.
Vragen en nog eens vragen.
Hoe nu verder?
Daarna wordt alles terug geplaatst
in de formatie die de Schepper prachtig
vindt.
Je kijkt vanuit je hoekje stilletjes toe.
Het duizelt en dwarrelt nog steeds.
Je hart klopt nog steeds heel snel.
Je kan je rust niet vinden.
De Schepper gaat door met het aanbrengen
van prachtige combinaties.
Je kijkt en kijkt en vraagt je af wat er
aan het ontstaan is.
Je kan er als vis nog geen touw aan vast
knopen.
Je blijft in je stilte.
Je blijft volgen wat er gebeurt.
Dat volgen leidt je af van je eigen
onrustige hartje.
Dan begin je ineens wat helderheid te
zien.
Je ziet en overziet wat de Schepper
voor plannen heeft met je woonplek.
Je krijgt helderheid.
De rommel begint te zakken en de rust
gaat terugkomen.
Dan zie je eigenlijk pas goed wat de
Schepper voor plannen had met je
vissen-woonomgeving.
Je graatjes beginnen langzamerhand weer
in zijn gareel te komen.
Je hart begint minder te keer te gaan.
Je komt weer terug in je koelbloedigheid.
Je koppie wordt weer helder.
Je begrijpt het beetje bij beetje.
Dit is de vergelijking met wat ons mensen
overkomt, nu onze “woonomgeving”
volkomen wordt veranderd.
Niets is meer hetzelfde.
Tijdens die omwenteling kan je er niet
achter komen wat er precies aan het
gebeuren is.
Je maakt je druk om alles en nog wat.
Je wil weten.
Je
wil herkennen.
Alleen dat gaat niet.
Wat als je
niets herkent?
Dan is er overgave en acceptatie van het
moment.
Leven in het NU.
De onrust in dat aquarium is tijdelijk en
zo gaat het ook met ons.
Je zal ineens
heldere momenten krijgen.
In je stilte zal je die het eerste ontvangen.
Dan ga je zien waar de deur naar jou
volgende opdracht open staat.
Dan begin je te begrijpen hoe het allemaal.
In elkaar zat en zit.
Dan vallen de stukjes één voor één op zijn
plek.
Dan zal je voelen dat je angsten afnemen.
Dat je trots begint te worden op jezelf.
Het universum is al heel lang trots op je.
Die komen woorden te kort.
Alleen in je onrust kan je DIE telefoon
niet horen.
Die rinkelt voortdurend.
Maar jij blijft maar in gesprek.
Met wie?
Met die angsten van je.
Daar heb je nu
genoeg gesprekken mee
gevoerd.
Laat nu het universum maar vertellen
wat ze je al heel lang wilde zeggen.
Het komt allemaal goed.
De processen gaan zoals ze gaan en dat
is volgens de boeken van de Schepper.
Namasté
Ik zie het licht
Martha Krul