Je leven is veranderd.
Van laag over de grond ben je
opgestegen en nu klapperen je vleugels.
Je overziet alles vanuit andere
perspectieven.
Je bent nog gericht op het oude.
Dat is niet zo vreemd.
Je wist niet anders.
Die oude tekens daar moest je het
mee doen.
Je kon je er mee redden.
En nu…?
Zegt het universum tegen je dat
je het allemaal achter je mag laten.
Dat is gemakkelijk gezegd.
Dat kan en “wil” je niet zo maar.
Het proces gaat verder.
Alles is voorzien wat ging komen.
Het universum onderkende dit probleem
en zal je daarbij hulp bieden.
Misschien niet op de manier zoals jij
dat als de oude mens had verwacht.
Je volgt nog gemakkelijk je oude systeem.
Een vlinder heeft prachtige vleugels.
Niet voor niets.
Voor hij daar goed en wel van kan
gaan genieten, moet hij aanvaarden
dat hij niet meer over de aarde gaat.
Dat hij de vrijheid heeft en daar naar
kan en mag handelen.
Sterker nog “moet” handelen.
Een vlinder op de grond is kwetsbaar.
Hij kan zo onder de voet worden gelopen.
Als rups was hij ingesteld op het gevaar
van die lage wereld.
Nu als vlinder zijn er andere zaken
die zijn aandacht vragen.
Bloemen worden gezocht en bezocht.
De nectar is nu belangrijk voor hem.
Maar wat als je die vleugels nu nog niet
kan vertrouwen.
Het universum stelt hem daarom voor
uitdagingen.
Wanneer hij op een takje zit,
gaat de wind wat aantrekken.
Hij moet zich met zijn fijne pootjes
goed vasthouden.
Het universum volgt hem liefdevol.
De vlinder houdt zich vast.
Hij vecht met zijn nieuwe krachten.
Hij wil en zal niet loslaten.
Het universum versterkt de wind.
De vlinder vecht en vecht en kan
zich niet langer vasthouden.
Dan kan hij
niet anders en wil zich
niet meer tegen die wind verzetten.
Hij vertrouwt voorzichtig en een beetje
angstig, zijn vleugels.
Hij kan niet anders.
Na de eerste angstige slagen begint
hij zich anders te voelen.
Hij voelt zich licht.
Hij voelt zich gedragen.
Hoe anders is dit gevoel.
Hij vergelijkt het met zijn leven dat
verbonden was met de aarde.
Dan durft hij te gaan genieten.
Hij begint om zich heen te kijken.
Hij begint hoog, laag te vliegen.
Hij voelt dat hij zijn eigen richting
kan bepalen.
Wat bijzonder.
Wat is dit heerlijk.
En de wind, die speelt met hem.
En de vlinder speelt met de wind.
Hij voelt het.
Alles is verbonden.
Wat een zalig gevoel.
Zijn angsten zijn op slag verdwenen.
De nieuwe mens werd uitgedaagd.
Hij ging zijn vernieuwde mogelijkheden
onderzoeken en kwam tot bijzondere
ont-dekkingen.
Hij voelde vrijheid.
Wat had hij hier naar verlangd.
Het was er, maar hij had die uitdaging nodig.
Het universum werkt samen met ons.
Het is aan ons om het universum toe te laten.
Namasté
Ik zie het licht
Martha Krul